Sluimererwtjes groeien op allerlei grondsoorten, zowel in de zon als bij halfschaduw. De grond mag wel niet te nat zijn. Om de groei te ondersteunen kan je op lichte gronden een matige hoeveelheid compost in de grond werken in de winter, best aangevuld met kalibemesting, geen stikstof!
Tijdens de bloei zorg je er best voor dat de grond vochtig is. Indien niet, dan moet je water geven. Om ervoor te zorgen dat de planten stevig staan, kan je de planten enkele weken na het planten aanaarden door heuveltjes te maken aan weerszijden van de plant.
Peulvruchten zijn heel makkelijk te telen. Enkel wanneer de grond te lang verzadigd is door water, kan je problemen hebben. Het is ook beter in het voorjaar te planten, dan in de zomer als de dagen té warm worden.
Zorg dat je sluimererwten tijdig oogst! Als je wacht tot de bonen in de peulen sterk zwellen, dan zal de smaak niet zo mals meer zijn. Als je tijdig oogst, bevorder je ook de groei van jonge peultjes.